Wat we niet vinden is soms het resultaat van het vergeefse zoeken. De grootste leemte wordt echter veroorzaakt door wat er is, maar wat we verzuimen te vinden omdat we er niet naar zoeken, vanwege onze onwetendheid over de aanwezigheid ervan. De wereld is als een boek vol zoekplaatjes waarin je misschien niet meteen iets zou zoeken als iemand je niet had gezegd dat er een fascinatie in te vinden was, bijvoorbeeld de boom der kennis. Wat zou het nog kunnen zijn? Maar nu ben je tot inzicht gekomen, want vinden is nu je doelgericht motief. Dat doe je door naar iets te zoeken waarvan je niet weet wat het is, laat staan of het er is. Is dat niet dapper? Wees maar zeker dat de toeschouwers die in het geniep vanaf hun balkons hebben toegekeken het terrein uitkammen zodra je je activiteiten hebt gestaakt en uit hun gezichtsveld verdwenen bent, in de hoop dat ze zullen vinden waarnaar jij in hun verbeelding zonder resultaat hebt gezocht. Bij gebrek aan een vondst zullen die toeschouwers dan teleurgesteld moeten concluderen dat jíj toch gevonden hebt waarnaar zíj tevergeefs hebben gezocht, alsof je hen te vlug af bent geweest, alsof zij alleen al door jouw zoeken het recht hebben zich toe te eigenen wat je hebt gezocht. Ga maar na hoe interessant en intrigerend je intussen bent. Als je een man bent, kun je de volgende dag met een mooie dame in de buurt gaan paraderen, in de ene hand haar hand, in de andere nog een kluit verse aarde. Paraderen kun je ook als vrouw, want aan verse aarde is er geen gebrek. Gegarandeerd hoor je later in het donker de kluiten van beide naar de vondst spittende geslachten in het rond vliegen. Misschien vinden mannelijke en vrouwelijke gravers elkaar in een omhelzing om over de desillusie van het vergeefse zoeken heen te komen.