Maand: mei 2024 (Pagina 1 van 4)

Das Schloß

We hoeven niet eens te zoeken naar een ‘juiste’ volgorde van de hoofdstukken in Kafka’s Schloß, want dat ligt niet in de bedoeling van Het slot. Het is een boek dat bestaat uit heldere zinnen die een duister doelwit treffen. En hoe je de sleutel ook draait of keert: omdat het sluitend en gesloten is, is het een slot, en geen kasteel.

Ooggetuige

Scepsis is een toestand die actief wordt in het Oudgriekse werkwoord skeptomai, wat eerst zien en later twijfelen betekende. Vandaar dat de ooggetuige door de historicus de natuurlijke vijand van de geschiedenis wordt genoemd.

Flandrischer Dung

De putjesgeur van de ‘engrais flamand’ uit het achtste hoofdstuk (deel 2) van Madame Bovary is een aanslag op de neus: het grandioze hoofdstuk over de Comice agricole, de agrarische beurs in Yonville. Er is sprake van een uit hygiënisch oogpunt controversieel mestexperiment waarin Vlaanderen een avantgardistische rol speelt: het mengen van dierlijke én menselijke fecaliën. Ook in de Duitse vertaling is sprake van ‘flandrischer Dung’, maar in de Nederlandse omzetting is de essentie van die substantie verdund tot ‘secreetmest’, zonder verwijzing naar het land van oorsprong, waardoor de Hollandse vertaler onze lichtende bijdrage tot zowel de bevordering van de Europese landbouwontwikkeling in het algemeen als de Franse literatuur in het bijzonder op een onverdraaglijke manier bagatelliseert. Overigens is de Vlaamse mest uit Madame Bovary in het tweede hoofdstuk van Bouvard en Pécuchet verwaterd tot ‘vloeibare Belgische mest’, want in de compostgrachten van zijn boerderij gooit Bouvard niet alleen bloed, darmen, haringen, lompen en gevederte, maar ook ‘liqueur belge’. En omdat Bouvard niet duldt dat de kostbare urine verloren zou gaan schaft hij de wc’s af.

Reepjes

Felice Bauer niet als een liefdesobject, maar als een levend scherm waarop Kafka, corresponderend, vanuit de verte (van Praag naar Berlijn) zijn innerlijk leven projecteert. Hij begeert haar niet, in gedachten vilt hij haar om op haar in reepjes geknipte huid woorden te krabben die hij, lamenterend en omgaand, correct gefrankeerd, aan de rechtmatige eigenares retourneert.

Gebroken potten

Ik hou niet van het woord ‘creatief’. Het doet me te veel denken aan al die madames Bovary die hun tijd doden met het bakken van keramische potten die – om Joseph Schumpeters befaamde appreciatie van de kapitalistische essentie parafraserend door te trekken – alleen iets betekenen als ze aan ‘het proces van de creatieve vernietiging’ worden prijsgegeven. In dat geval werden die gebroken potten tenminste niet voor niets gebakken.

De stok

‘Toen de tak afbrak ontstond de stok,’ lezen we in Canetti’s Massa en macht: de tak als een ding dat door een combinatie van toeval (breuk) en inzicht (intelligentie) een technische functie krijgt. De tak was afkomstig van een boom aan de rand van het bos. De tak brak af toen een mens (of zijn prototype) in die boom klauterde. Toen de tak op het bospad viel kon die zich op weg begeven naar het rijk van cultuur en beschaving en hun tegendelen. Onderweg onderging de stok allerlei metamorfosen. Voor hij een wandelstok werd en zich in andere functies als min of meer nuttig afsplitste (blindenstok, drumstok, aanwijsstok, trommelstok, skistok, vlaggenstok, strijkstok, meetstok, toverstok, tentstok) was de stok een instrument om mee te slaan naar wilde (en soms tamme) dieren en andere belagers. In elk geval stond het gebruik ervan nooit helemaal los van een zekere vorm van macht en geweld. Want welke vorm hij in de beschaving ook aannam kon de gemuteerde stok altijd instinctief terugkeren naar zijn oorspronkelijke, primitieve vorm en functie: wie een hond wil meppen, vindt ook in tak of scepter een stok om mee te slaan.

Genaast Berlijn

Berlijn was al lang in een burgerlijk Westen en een proletarisch Oosten verdeeld voor het een product van de Koude Oorlog werd. Nabokovs verhaal ‘Het onweer’ opent met de zin: ‘Op de hoek van een doorgaans doodgewone West-Berlijnse straat (an otherwise ordinary West Berlin street) werd ik, onder de kroon van een volop bloeiende linde, door een scherpe geur omhuld.’ Die vertelling dateert van 1924, lang voordat twee windstreken in Berlijn door de Muur werden genaast.

Hobby

Het liefst zou de Duitse sociaaldemocratische bondskanselier Olaf Scholz Oekraïense dwergen in zijn smoestuin kweken.

De Venus en het mes

Iedereen weet dat de Venus van Milo geen armen heeft, wat sinds mensenheugenis een gespreksonderwerp is. Maar wanneer heeft men het eens over haar gladgeschoren nek en haar kortgeknipte haar? En over het mes waarmee dat allemaal is afgesneden, ook haar grote rechterteen?

Kafka en de normaliteit

Kafka’s personages zijn vaak mensen die zich niet al te zeer verbazen over de extreme situatie waarin ze terechtkomen. Omdat Gregor Samsa uit ‘De gedaanteverwisseling’ zijn metamorfose meteen aanvaardt en er zonder enig spoor van paniek probeert mee om te gaan, wijkt zijn perspectief af van dat van de lezer, die de situatie stuitend vindt. Deze incongruentie van de standpunten maakt dat onze empathie voor Samsa begrensd is. Dat hij zich redelijk normaal voelt, dat hij denkt in Kafka’s sobere stijl en dat hij in zijn buitengewone toestand de trein wil halen maakt deel uit van de macabere magie van het verhaal. Hij is ons een stap voor. We begrijpen hem niet. Want wat is de eerste gedachte die hem door het hoofd gaat als hij merkt dat hij in een insect veranderd is? ‘”Hoe zou het zijn als ik nog wat zou slapen en alle gekheden zou vergeten,” dacht hij.’ Ik vermoed dat wij toch wel anders zouden reageren als het ons zou overkomen.

« Oudere berichten

© 2024 Piet de Moor

Thema gemaakt door Anders NorenBoven ↑