Kafka’s personages zijn vaak mensen die zich niet al te zeer verbazen over de extreme situatie waarin ze terechtkomen. Omdat Gregor Samsa uit ‘De gedaanteverwisseling’ zijn metamorfose meteen aanvaardt en er zonder enig spoor van paniek probeert mee om te gaan, wijkt zijn perspectief af van dat van de lezer, die de situatie stuitend vindt. Deze incongruentie van de standpunten maakt dat onze empathie voor Samsa begrensd is. Dat hij zich redelijk normaal voelt, dat hij denkt in Kafka’s sobere stijl en dat hij in zijn buitengewone toestand de trein wil halen maakt deel uit van de macabere magie van het verhaal. Hij is ons een stap voor. We begrijpen hem niet. Want wat is de eerste gedachte die hem door het hoofd gaat als hij merkt dat hij in een insect veranderd is? ‘”Hoe zou het zijn als ik nog wat zou slapen en alle gekheden zou vergeten,” dacht hij.’ Ik vermoed dat wij toch wel anders zouden reageren als het ons zou overkomen.