Categorie: Blog (Pagina 6 van 16)

Kafka’s ploeg

Kafka’s paradoxen en contradicties vormen schijnbaar geen probleem meer als je beseft dat hij in een tussenwereld leeft. Vandaar dat je niet meer geïrriteerd bent als hij een gebeurtenis als een ‘plechtige onplechtigheid’ (‘feierliche Unfeierlichkeit’) omschrijft of als hij al in zijn tweede brief (28 9 1912) aan Felice Bauer schrijft dat hij eerst de onzekerheden in zich moet ophopen voor ze een kleine zekerheid worden. Acht jaar later klaagt hij in een van zijn brieven aan Milena Jesenská over ‘die zwei in mir’ en over de kwelling van ‘een ploeg’ die ‘door mijn slaap – en door mijn dag’ getrokken wordt. Maar hij is zelf de dag- en nachtploeg die aan weerszijden van de voor dammen opwerpt, en dat is voor een keer niet in tegenspraak met de tussenwereld waarin hij schijnbaar stilstaat, als een haas in de sneeuw. Wie anders dan Kafka kan ‘staan trappelen met totaal ongeschikte vleugels’? Alleen de tussenwereld is de zijne: ‘Ich war wie nicht von dieser Welt, aber auch von keiner andern.’

Lentz

Op de hoek van de Berlijnse Windscheid- en Leonhardtstraβe, op de Stuttgarter Platz, bevindt zich het studentenveteranencafé Lentz, waar geen achtenzestiger jonger dan zeventig is.

Diogenes

Iedereen kent het verhaal van Alexander en Diogenes. Alexander ontmoet Diogenes en vraagt hem of hij iets voor hem kan doen. ‘Ga uit mijn zon,’ zegt Diogenes.  Maar om de zon gaat het natuurlijk niet in dit verhaal. Het gaat erom dat Diogenes de blik van Alexander verwerpt, een oogopslag waar iedereen in Alexanders rijk Diogenes om benijdt, want ontelbaar zijn de mensen in de massa die niets liever wensen dan dat Alexander hen één keer op zou merken, en dat zijn blik één keer op hen zou rusten. Maar die onderscheiding interesseert Diogenes niet. Ze laat hem koud, die menselijke zon die hem met haar schaduw beschijnt.

De handkus

De bijbelvaste veteraan Benno Barnard heeft in Afscheid van de handkus heimwee naar de Habsburgse handkus. Anders de ongelovige Elias Canetti, van wie we weten we dat hij uitblonk door zijn ‘enorme vriendelijkheid’ die niets te maken had met de ‘huichelachtige handenkusserij van de Weners’. (Sven Hanuschek, die in Elias Canetti, De biografie op pagina 471 de Duitse publicist Fritz Arnold citeert.)

Ziekenhuisclown uit Moskou

De opperclown van het Circus van Moskou, verkleed als fusee, heeft tijdens een blitzbezoek aan Kyiv een aantal kankerpatiëntjes in een kinderziekenhuis gedenazificeerd. Daarna toonde hij Modi zijn paardjesmolen.

Orbáns kuur

Eerst werd hij in Moskou te licht bevonden, waarna hij zijn vet in Peking kreeg. Waarom al die omwegen als hij het type van zijn soortelijk gewicht het best in Pyongyang kan vinden?

« Oudere berichten Nieuwere berichten »

© 2025 Piet de Moor

Thema gemaakt door Anders NorenBoven ↑