Tal van literaire uitgeverijen prijzen hun nieuwigheden aan als gelijkvloerse of beter platvloerse warenhuisverdiepingen hun goedkope parfums. Uit de lentebrochures stijgt een weeë geur op, die je na het openen licht misselijk maakt. De uitgever weet hoe de lezer zit: op het puntje van zijn stoel. De uitgever weet waarop de lezer zo wanhopig zit te wachten: op de nieuwe roman, nagelbijtend, rood als een pioen van ongeduld, het hartinfarct nabij. En wat dacht je, de reddende nieuweling, die met loeiende sirenes komt aanstormen, is indringend, fascinerend, gedurfd, veelzijdig, toonaangevend, verbluffend, aangrijpend, uniek, ontroerend, genereus, hartverscheurend, tragisch, adembenemend, ijzersterk, bij de strot grijpend, atmosferisch, bewogen door een stille kracht. Onlangs zag ik zo’n brochure het overdonderende werk van een hardhorige dichter aankondigen. In uitgeversbrochures kom je geregeld het epitheton ‘fulminant’ tegen, maar dan eerder in de winterbrochures, bij het haardvuur, alsof de uitgever in het geniep ook wel weet dat dit adjectief eigenlijk een van de varianten beschrijft waarop je een wind kunt laten, een ontkurkend bijvoeglijk naamwoord dus dat ook gebruikt wordt bij levensbedreigend verlopende infectieziekten, vaak in combinatie met wormen.
Auteur: Piet de Moor (Pagina 16 van 25)
Ik weet niet wat ik moet denken als ik Sandra Hüller op de foto bij de Oscar-uitreiking in dat gepantserde vod van Schiaparelli zie staan. Heeft ze die ‘jurk’ besteld nadat ze ‘In de strafkolonie’ heeft gelezen, of is ze na de lectuur van ‘De gedaanteverwisseling’ in een vlinder met oversized schouderstukken veranderd? Of zijn het de bladen van de grasmaaier waarmee ze Christian Friedel elke avond scheert tot hij er als kampcommandant Höss uitziet? Nee, het lijkt alsof ze in een versnipperaar is beland, of in een tang waarvan de grijpers op haar schouders zijn gemonteerd. Als dat ding dichtklapt, is ze haar hoofd kwijt, denk ik, niet echt bezorgd. Maar als ik haar outfit grondig bestudeer gaat me een licht op, en ik begrijp plots wat ‘The Zone of Interest’ betekent.
Op 17 maart 1924 staat de Duitstalige, West-joodse, Tsjechische schrijver Franz Kafka op het perron van het Anhalter Bahnhof, hetzelfde station waar hij een half jaar eerder uit Praag is aangekomen. Voorgoed verlaat hij Berlijn, waar hij zich definitief wilde vestigen. Vanwege zijn snel aftakelende gezondheid – hij verkeert in het laatste stadium van de dodelijke tuberculose – duldt zijn afreis geen uitstel meer. Hij weegt 49 kilo met zijn kleren aan. Hij is een schim van de vroeger goed uitziende , 1,81 meter lange man die ooit een magische kracht uitoefende op iedereen die zijn pad kruiste. Hij verkeert in het gezelschap van zijn vrienden Max Brod en Robert Klopstock. En ook van zijn Oost-joodse vriendin Dora Diamant, met wie hij tijdens zijn verblijf in Berlijn enkele weken heeft samengewoond. Met z’n vieren staan ze nu te wachten op de aankomst van de trein die Kafka naar Praag zal terugbrengen. Zijn schamele bezittingen heeft hij in een koffer gestouwd die Max Brod voor hem heeft meegebracht. Brod zal samen met Kafka naar Praag sporen. Dora Diamant reist niet mee. Franz, die een verblijf van een paar dagen in het ouderlijke huis in Praag heeft gepland, is te bang dat zijn West-joods gezinde vader de sfeer zal vergiftigen door in haar bijzijn schampere opmerkingen over de Oost-joden te maken. Franz vreest dat Dora, die hem later achterna zal reizen, de oude Praagse spoken zal wekken zodra ze ook maar een voet over de drempel van het ouderlijke huis heeft gezet. ‘De afmattendste dag van mijn leven,’ noteert Max Brod over die zeventiende maart 1924 in zijn dagboek. Elf weken later is Franz Kafka dood.
Macron meet 1,73 meter en is 5 centimeter groter dan Napoleon, die destijds met zijn 1,68 meter toch nog boven de gemiddelde Fransman uittorende. Olaf Scholz, Volodomir Zelenski, Rishi Sunak: ze kunnen allemaal onder een deurpost van 1,72 meter. Het kleinst is Vladimir Poetin, die zich, indachtig zijn 1,70 meter, omringt met volgelingen die naar hem moeten opkijken. Zijn bekendste specimen is Dmitri Medvedev, de luidruchtige vicevoorzitter van de Russische Veiligheidsraad, die op 1,63 meter afvinkt. Poetin en Medvedev gingen in het Moskouse Hotel Metropol eens aan de bar hangen. ‘Twee kleintjes,’ zei Poetin tegen de barman. ‘Dat zie ik ook,’ zei de barman, ‘maar wat willen jullie drinken?’
Momus-venster: de term is afgeleid van Momus, de supercriticaster onder de goden. Geen enkele god ontsnapte aan zijn bittere commentaren. Hij maakte het zo bont dat Zeus hem uit de Olympus gooide. Neem nu Prometheus. Die had volgens Momus gefaald omdat hij de mens niet transparant had geschapen. Alleen binnenstebuiten gekeerd zou de mens als creatuur geslaagd zijn geweest, omdat we dan zijn innerlijk hadden kunnen zien en ons tegen zijn schurkenstreken hadden kunnen wapenen. Dan hadden we een blik door het Momus-venster kunnen werpen om een mens te zien die ongetwijfeld zou lijken op paus Franciscus zoals Francis Bacon hem had kunnen portretteren.
Volgens Franciscus moeten we de moed opbrengen om laf te zijn. De witte vlag heeft hij alvast uit zijn soutane geknipt.
En nu probeert de paus ons het hetzelfde oor aan te naaien dat de Duitse sociaaldemocratische bondskanselier Olaf Scholz hem in het Vaticaan heeft aangeplakt.
Habemus Poetinam.
De poepende in de woestijn.
Enkele dagen geleden was de Duitse sociaaldemocratische bondskanselier Olaf Scholz bij de paus in Rome. Vandaag appelleert de paus aan Oekraïne om te capituleren. Het zou me niets verbazen als ik morgen Scholz in het Vaticaan en de paus in de Bundestag zie verschijnen. Hun klokkenspel is sowieso al eender.