Toen Arthur Schnitzler weer eens het Burgtheater bezocht werd hem door een nieuwe portier gevraagd ‘of meneer misschien artiest was’, waarop de schrijver antwoordde: ‘Als ik dat eens wist.’ Flaubert daarentegen twijfelde niet aan zijn talent. Toen een onbekende hem in een treincoupé eens vroeg of hij een handelaar in olie was, repliceerde hij: ‘Nee, in azijn.’