Door een nare ervaring was ik ooit een aanhanger van Proudhons ‘de vrouw is de wanhoop van de rechtvaardige’. Gelukkig was ik niet rechtvaardig en wanhopig genoeg om daarin lang te volharden.
Pagina 25 van 26
Leven is zoiets als fietsen. Je moet vergeten dat je het kunt, en dan kun je het. Dan kun je zonder risico met je ene hand je hemd wat hoger dichtknopen, als er een gure wind opsteekt. Je beide handen in de lucht steken mag ook, maar heel kort, want denk maar niet dat je de hele tijd als eerste over de meet kunt komen. Strepen staan nu eenmaal op hun slanke lijn. Dat kun je niet ongestraft negeren. Maar rijdend moet je niet proberen om de spaken van je wiel te tellen. Trouwens, waarom zou je dat bij stilstand doen?
Terwijl de pauw op ons inpikt bewonderen we de ogen van zijn opgezette sleep.
Het lijkt er sterk op dat we ons niet meer kunnen verzoenen met de vrede in Europa.
Ik blijf pleiten voor het handhaven van de hoofdletter in de Duitse substantieven. Waarom zouden we de dwergen nog een kopje kleiner maken?
In Tsjechovs verhaal ‘Vrouwenheerschappij’ is sprake van een tand die uit een trommel vloog en terechtkwam in het hoofd van de oude Kalmykov, zodat je zijn hersens kon zien, maar in plaats van dood te gaan, zoals de arts voorspelde, begon hij alleen maar te stotteren. Een cultuurschok had hem daar misschien weer van af kunnen helpen. In zijn biografie van de Duits-joodse cultuurcriticus Siegfried Kracauer schrijft Jörg Später immers dat Kracauer eensklaps ophield te stotteren zodra hij in Amerika was aangekomen en daar Engels in plaats van Duits begon te spreken. Kracauer was voor de nazi’s uit Duitsland naar New York gevlucht. Hij was er een van de medeoprichters van de avantgardistische Cinema 16 in het Provincetown Playhouse (Greenwich Village) dat in mijn Gunzenhausen een belangrijke rol speelt omdat Salinger er eerst de originele en daarna de verminkte, Duits ingesproken versie van Casablanca ziet.
De wintersporters annuleren hun skivakanties omdat het gesneeuwd heeft.
In Jane Austens postuum gepubliceerde roman ‘Persuasion’ is de tijd de ware vijand van Anne Elliot: ‘Ik ben al 27 jaar.’ Austen schreef een verhaal dat ‘De drie zusters’ heette. Dezelfde titel gaf Tsjechov aan een van zijn toneelstukken. In Tsjechovs verhaal ‘Vrouwenheerschappij’ komt een dienstmeisje voor dat zich een oude vrijster voelt: ‘Ik ben al twintig, dat is nogal wat.’ Tsjechov was nog geen 44 toen hij overleed, Austen 41.
Het feest der afgerukte vingers ligt alweer een week achter ons. En nu maar duimen voor 2020!
Ik verafschuw het woord ‘vaardigheid’, doodskleed van het talent.