De wereldgeest als virus, dat is nog eens wat anders dan Napoleon, Hegels Weltgeist te paard.
Categorie: Blog (Pagina 5 van 11)
Corona-man, uitbarstend in de supermarkt in de Sundgauer Strasse: ‘Waar is de gouden tijd dat we aan onze neus mochten krabben alsof het onze zak was!’
De Duitse verzetsstrijders: ze wachten om te demonstreren tegen de vrijheidsbeperkingen tot die opgeheven zijn, en bevestigen daarmee nog eens Lenins stelling dat ze revolutionairen zijn die eerst een perronkaartje kopen voor ze het station bestormen.
Het Berlijnse reuzen-urinoir in het centrum, het Schloss, dat door de bouwheren, die onverbeterlijke paljassen zijn, ook Humboldt Forum wordt genoemd, krijgt overmorgen zijn zotskap opgezet, althans als het niet te hard waait.
In een communiqué deelt de stichting Humboldt Forum ons mee dat het zeventien ton zware kruis, dat als het sluitstuk op de koepel wordt geplaatst, een noodzakelijk onderdeel is van de ‘historisch-bouwkundige reconstructie’ van het Hohenzollernschloss. Dat communiqué opent al met een leugen, want de achterkant van het ‘urinoir’, dat zelfs door de langsstromende en beklagenswaardige Spree niet schoongespoeld kan worden, is een muur die geen enkele overeenkomst vertoont met de oostelijke muur van het originele slot. Het is gewoon niet waar dat bij de reconstructie van het Schloss in hoge mate ‘historische Detailtreue’ werd nagestreefd.
Wat is er dan zo fataal aan dat kruis, dat in de oorspronkelijke ontwerpen van architect Frank Stella niet eens was voorzien? Als puur geloofsobject niets natuurlijk, want ‘jeder soll nach seiner Fasson selig’ worden, waarom ook niet? Maar het geeft geen pas dat een Forum dat naar de ruimdenkende gebroeders Humboldts is genoemd en zich erop beroept de wereldculturen uit te zullen stralen, uitpakt met een symbool, incluis een fundamentalistisch opschrift in gouden letters, dat van de citoyens weer onderdanen maakt en geen enkele twijfel laat bestaan aan de sectaire intentie van de bouwheren, ook al ontkennen ze die in alle toonaarden.
Het gaat om een opschrift dat door de halfgare koning Friedrich Wilhelm IV uit verschillende bijbeltekstfragmenten werd bijeengescharreld: ‘Es ist in keinem andern Heil, ist auch kein anderer Name den Menschen gegeben, denn in dem Namen Jesu, zur Ehre Gottes des Vaters. Dass in dem Namen Jesu sich beugen sollen aller derer Knie, die im Himmel und auf Erden und unter der Erde sind.’ Elke burger die het zogenaamde Humboldt Forum betreedt, moet dus eerst door de knieën gaan. De Stichting wil dit opschrift nu met ingetrokken hoofd in zijn historische context plaatsen door het op een informatiebord te verklaren. Dat is alsof je in het gezicht spuwt van iemand wiens haar je net gewassen hebt.
In de Süddeutsche Zeitung (22 mei) meent Berlijn-expert Jens Bisky dat dit opschrift boven de hoofdingang van het Schloss de muffe geur verspreidt van de reactie en op zich al het project van de ‘slotheren’ weerlegt om van het Forum een plek van uitwisseling, veelstemmigheid en globale diversiteit te maken. In de Berliner Zeitung (25 mei) slaat Nikolaus Bernau spijkers met koppen als hij schrijft dat niemand een bezwaar tegen dat opschrift gehad zou hebben als het deel had uitgemaakt van de intacte, originele voorgevel van het Schloss waarin het ooit gebeiteld stond. Maar aangezien het zogenaamde Humboldt Forum een reconstructie (en geen kopie) wil zijn van het in de jaren vijftig gesloopte Schloss bestond er geen enkele dwingende reden om het met die gewraakte onderdanentekst (en kruis) uit te rusten. ‘Dat het desondanks werd gedaan was een beslissing waarover men rekenschap moet afleggen,’ meent Bernau, die wel niet zo naïef zal zijn om in zijn eigen woorden te geloven.
Hoezeer de Stichting Humboldt Forum zich nu ook uitslooft om haar door de reactie betaalde bevliegingen te rechtvaardigen, de simpele waarheid is: kruis en opschrift doen hun treurige intrede omdat de weduwe van het voormalige postorderbedrijf Otto een miljoen euro aan de Stichting heeft geschonken om de achterlijke en fundamentalistische boodschap in het centrum van Berlijn onder het mom van de ruimdenkendheid uit te dragen. Het is een ware schande dat de Stichting de namen van de broers Humboldt voor de verkrachting van hun gedachtegoed misbruikt. Daarmee is het Schloss of het zogenaamde Humboldt Forum van grondvesten tot nok gecompromitteerd, nog voor het goed en wel is geopend. Iedereen die aan deze knieval van de reactie heeft meegewerkt of die dit affront aan het adres van de republiek blijft verdedigen, heeft met deze stilistische, artistieke, architectonische, mentale, maatschappelijke en politieke schandvlek in het centrum van Berlijn zijn reputatie te grabbel gegooid en de voornaamste verworvenheid van de republiek – democratie en rechtsstaat – op de helling gezet. Voor deze kaakslag bestaat geen enkel excuus.
Geen wonder dat de nazaten van de Hohenzollern, die hun voorgeslacht proberen wit te wassen van hun bijdrage aan het Hitlerisme, zich nu weer met een nietsontziende verachting voor de republiek in de openbaarheid melden en zich aanmatigen om niet alleen hun geconfisqueerde domeinen en kunstschatten uit de musea weer als hun rechtmatig bezit op te eisen, maar ook het recht om de geschiedschrijving naar hun hand te zetten, zeg maar te vervalsen.
Hoe hoger het Schloss verrijst, hoe dieper de ‘slotheren’ van de Stichting de vrije en democratische republiek in de modder duwen. Of om het met de woorden van de grote schilder Max Liebermann te zeggen: ‘Ick kann janich so viel fressen, wie ick kotzen möchte!’ (‘Ik kan niet eens zoveel eten als ik zou willen kotsen’). Het lijdt geen enkele twijfel dat niet de ‘bouwkundige ambiguïteit’ (aldus het communiqué van de Stichting) tot het DNA van het zogenaamde Humboldt Forum behoort, maar dat de Stichting de zwartste reactionaire denkbeelden van de negentiende eeuw belichaamt en propageert. Weg ermee! Hopelijk zorgt de Here Jezus overmorgen voor een stijve bries boven het centrum van Berlijn.
In Hermann Brochs ‘Esch oder die Anarchie’ doet Frau Hentjen in 1903 iets waarvoor ze nu gelyncht zou worden. Alsof het al niet erg genoeg is dat ze haar neus in het openbaar snuit, bekijkt ze ook het resultaat van haar luchtverplaatsing in haar zakdoek. Zo’n exploratie werd al in de zeventiende eeuw afgekeurd, zoals blijkt uit de ‘Galateo’ van Giovanni della Casa, aartsbisschop van Benevento: ‘Het betaamt evenmin dat je, als je je neus hebt afgeveegd, de zakdoek uitvouwt en erin kijkt alsof er parels en robijnen uit je hersenen gevallen zijn.’ Niettemin, het is misplaatst om ons op onze vooruitgang in het civilisatieproces te beroemen, want iets wat vijfhonderd jaar geleden al tegen de regels der wellevendheid indruiste kan later, zoals nu blijkt, door omstandigheden weer dwingend worden voorgeschreven. In zijn ‘De civilitate morum puerilium’ noteerde Erasmus van Rotterdam: ‘Het is eigen aan zoutevisverkopers om in de arm of de elleboog te snuiten.’ Nu moet het weer, al zou het erg verkeerd zijn daaruit te concluderen dat je bij iedereen die in bus of tram in zijn elleboog niest een vaatje Hollandse maatjes kunt bestellen.
Of Melinda nu nog met Gates van bil gaat?
Overal word ik afgeblaft dat ik gezond moet blijven.
Ontwaakt uit een vreselijke nachtmerrie: iemand wilde me een hand geven.
Toen ik onlangs zag hoe zeep-Ursula von der Leyen haar handen inzeepte om ons idioten te tonen hoe het hoort, dacht ik, indachtig de miljarden die ze naar het hoofd van Viktor Orbán gooit, ja, ze helpt ons allemaal om zeep.
De nieuwste strijdkreet: ‘Dood aan de deurklinken!’